Tot slot.
In deze notitie heb ik geprobeerd een duidelijke omschrijving te geven van de (kern) taken van het
Algemeen Maatschappelijk Werk en het Ingebouwd Maatschappelijk Werk Regiopolitie. In hoofdstuk 2 beschrijf ik aan de hand van mijn huidige werkzaamheden de (kern) taken van Ingebouwd Maatschappelijk Werk Regiopolitie, en de doelgroepen waar het Maatschappelijk Werk van de Politie zich op richt. De volgende conclusies zijn te trekken:
In dit hoofdstuk blijkt de nadruk van kerntaak 1 en 2 de psycho-sociale hulpverlening en
concrete/informatieve hulpverlening, te liggen op eerste (crisis) opvang en snelle verwijzing. Met de
kanttekening dat snelle verwijzing niet altijd mogelijk is, en de Maatschappelijk Werker de tijd
overbrugt tot verwijzing heeft plaatsgevonden.
In deze wil ik nogmaals verwijzen naar mijn evaluatie 1995-1997, en mijn scriptie 'Aanpak
overlastveroorzakers', april 1997, waarin heel duidelijk wordt dat deze taken vanwege tijds- en
personeelsgebrek, en omdat de Politie hier niet op ingericht is, bezwaarlijk kunnen worden
uitgevoerd door agenten.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd voor welke werkwijze gekozen is, en welke methodiek gehanteerd wordt. Hieruit vloeien de volgende conclusies voort: Duidelijk is dat in het Maatschappelijk Werk bij de Politie van de werker een attitude verwacht wordt die aansluit bij de humanistische denkwijze, en de methodiek van 'Outreachend werken' en 'Crisisinterventie' gehanteerd wordt. Hiervoor is een innerlijke houding noodzakelijk waarin de Maatschappelijk werker zijn\haar cliënten onvoorwaardelijk accepteert en niet zijn\haar eigen waarden en normen opdringt. Respect voor de cliënt is een eerste vereiste. Tevens zet het Maatschappelijk Werk zich af tegen de algemene trend om de overlastveroorzakers te reduceren tot 'Overlastprobleem', en plaatst vraagtekens bij een beleid dat gericht is op het tevreden stellen van klagende burgers. Als laatste wordt kort het verschil aangegeven tussen Algemeen Maatschappelijk Werk en Ingebouwd Maatschappelijk Werk. Hieruit blijkt dat het Maatschappelijk Werk van de Politie, in tegenstelling tot het Algemeen Maatschappelijk Werk, outreachend werkt. In aansluiting op de opvattingen van het Zorgcoördinatieproject (Ambulant Team Museum) hanteert het Maatschappelijk Werk van de Politie het theoretisch uitgangspunt van de filosofie van Levinas*; In eerste instantie wordt geen hulpvraag verwacht van de cliënt, en wordt sterk de nadruk gelegd op de verant- woordelijkheid van het individu voor het welzijn van de ander. Sleutelbegrippen zijn: Betrokkenheid, verantwoordelijkheid, persoonlijk contact en concrete hulp.
Halverwege het schrijven van deze nota, c.q. tentamen, werd bekend dat de werkwijze en visie van
de St. Maatschappelijke Juridische Dienstverlening, Groningen, op het werk van de Politie, ondanks
bezwaren van de Regiopolitie, en mede vanwege financiële aspecten, doorgezet zal worden.
Mijn contract met de St. MJD loopt af op 31 oktober 1998. Daarna worden agenten geacht de (kern)
taken zoals in hoofdstuk 2 beschreven staan, zelf te kunnen uitvoeren (sic). Corna Dirks, Regiopolitie Groningen/Haren, BE Centrum, april 1998. Gebruik van deze nota of het hiervan reproduceren, is niet toegestaan zonder mijn toestemming.©
|