Onderstaande tekst is een hoofdstuk uit een werkstuk over Stalking. Het werkstuk is een tentamen 'maatschappelijke ontwikkelingen', april 1998, HBO-MWD opleiding.
Probleemstelling in dit werkstuk is:
Welke sociale, maatschappelijke factoren zijn aan te wijzen als de oorzaak van het fenomeen Stalking, en van de toename van het aantal Stalking cases?

Het volledige werkstuk is tegen kostprijs bij mij aan te vragen.

Hoofdstuk 2. De Wetgeving.

In dit hoofdstuk ga ik in op de Amerikaanse wetgeving betreffende Stalking, de (nog)gebrekkige Nederlandse wetgeving, en de op handen zijnde Nederlandse Stalking-wet. Hiermee wordt tevens de juridische positie van slachtoffers van Stalking uitgelegd.

2.1 Amerikaanse Wetgeving.

Veel amerikaanse staten hadden al wetten die achtervolging en bedreiging strafbaar maken, maar pas in 1990 was California de eerste staat die een speciale Anti-Stalking Wet aannam*1. Stalking werd hierin strafbaar gesteld.

Deze wet definieert een Stalker als:

Penal CodePenal Code section 649.9 defines a stalker as an individual who willfully, maliciously and repeatedly follows or harasses another person and who makes a credible threat with the intent to place that person in reasonable fear of death or great bodily injury.

De Anti Stalking Wet werd aangenomen naar aanleiding van verschillende opvallende Stalking zaken in welke de dader uiteindelijk het slachtoffer doodde. In elk van die zaken had het slachtoffer de hulp ingeroepen van de politie. Elke keer was de reactie van de politie dat tenzij de dader zijn dreigementen zou uitvoeren, zij wettelijk niet kon ingrijpen. De Californische wet, die voor het eerst Stalking gedrag tot een strafbaar feit maakte, was bedoeld de politie een wettelijk middel te geven om te kunnen interveniëren vóór een dader zijn dreigementen ten uitvoer brengt.

Sinds de aanname van de eerste Anti-Stalking wet, hebben alle vijftig staten dit voorbeeld gevolgd. Terwijl elke 'State Stalking Statute' verschilt in definitie en aanpak, beschrijft elke Statute Stalking gedrag als een patroon van achtervolgen, lastigvallen en bedreigen.

Sommige van deze vroege statutes stonden aan kritiek bloot vanwege de vage bewoordingen waarmee Stalking beschreven werd. Enkele rechtbanken maakten om deze reden zelfs geen gebruik van deze wetten, waardoor justitie in deze staten gedwongen werd deze wet opnieuw op te stellen. Deze onenigheid had ten gevolg dat het Amerikaanse Congres een comité instelde dat de opdracht kreeg een model te ontwikkelen voor een Stalking Code dat elke toetsteen van kritiek zou kunnen doorstaan. Dit model werd ontwikkeld door de National Criminal Justice Association, in samenwerking met het National Institute of Justice, het National Victim Center, en talloze andere justitiële organisaties en organisaties voor slachtoffers, en andere deskundigen. De strafbaarheidsstelling van Stalking heeft volgens het National Institute for Justice het volgende effect:

Under antistalking laws, a pattern of behavior and evidence of a malicious intent to cause fear is enough to trigger arest. Police no longer need to wait for the suspect to 'do something'; they can make an arrest that stops the behavior at least temporarily and sometimes permanently. The extent to which the victim finds relief through the arrest depends on such factors as the victim and stalker relationship, the stalker's motivation and mental state, the jurisdiction's bail laws, and the strength of the prosecution's case. Following arrest, a prosecutor also can ask the court to impose strict pretrial release conditions requiring the defendant to stay away from the victim. However, arrest policies that are in place may not be consistently enforced, and research findings on the effectiveness of arrest policies have been mixed. Efforts continue to assess the effectiveness of arrest policies.

Uit bovenstaande blijkt dat de amerikaanse politie een concrete mogelijkheid heeft om daders van Stalking aan te pakken. De Amerikaanse politie hoeft niet te wachten tot een Stalker daadwerkelijk een strafbaar feit begaat. Zelfs als bedreigend ervaren telefoontjes zijn strafbaar. Maar ook blijkt dat de effecten relatief zijn en afhankelijk zijn van externe factoren zoals bv. de geestelijke gesteldheid van de dader. Een erg vasthoudende Stalker zal na een paar dagen cel weer op de stoep van het slachtoffer staan. En in het geval van Love Obsession Stalkers zal het effect van een paar dagen cel zelfs miniem zijn. Blijft staan dat het slachtoffer dan wel enige dagen verschoond blijft van het lastige gedrag van de Stalker en even op adem kan komen. Bovendien kunnen in de V.S. de straffen voor Stalking oplopen tot zo'n vijf jaar cel. De politie in de V.S. heeft dus wettelijke mogelijkheden om Stalking te bestrijden. Ik moet wel de kanttekening plaatsen dat in de praktijk hier echter niet genoeg gebruik van wordt gemaakt. Uit emails van agenten in Texas, Ohio, en California, heb ik kunnen opmaken dat niet elke staat gebruik maakt van de mogelijkheden. Dit lijkt o.a. veroorzaakt te worden door capaciteitsproblemen. Bv. bedraagt de caseload van ëën van de agenten waarmee ik email 200 cases (Austin, Texas)!! Stalking-cases wel te verstaan. Ik vraag me af hoe hoog de caseload is van agenten in Hollywood! Ergerlijk is dat volgens deze agent de hoogte van de straf blijkbaar ook afhangt van de maatschappelijke positie van het slachtoffer. Wanneer het slachtoffer een beroemdheid is valt de straf voor de dader hoger uit. Hij keek er niet van op toen ik hem mailde dat hetzelfde zich in Nederland lijkt voor te doen. De stalker van Koningin Beatrix kreeg 12 maanden celstraf, waar een stalker van een 'gewone' Nederlander waarschijnlijk nog geen dag celstraf voor had gekregen.

2.2 Nederlandse wetgeving.

2.2.1 Strafrechtelijk.

In Nederland is Stalking (nog) niet strafbaar. Een Stalker zal eerst een strafbaar feit moet begaan eer hij strafrechtelijk vervolgd kan worden. Hieronder volgt een korte beschrijving van strafbare feiten waaraan een Stalker zich eventueel schuldig kan maken. Van deze wetsartikelen wordt om begrijpelijke, maar teleurstellende redenen nauwelijks gebruik gemaakt. O.a. vormt de bewijsbaarheid een groot probleem, waardoor Justitie vaak geen mogelijkheid ziet om gebruik te maken van deze wetsartikelen.

Art. 138 Sr.; Huisvredebreuk.
Hij die in een woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering voor of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert.

Om dit te bewijzen zal er een derde partij aanwezig moeten zijn. Op dit delict staat een straf van ten hoogste zes maanden of een geldboete van maximaal F 10.000,-. Voorlopige hechtenis is niet mogelijk.

Art. 266 Sr.; Eenvoudige belediging.
Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding, aangedaan.

Op dit delict staat een straf van ten hoogste drie maanden of een geldboete van maximaal f 5000,-. Voorlopige hechtenis is niet mogelijk.

Art. 284 Sr.; Dwang.
Een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, gericht hetzij tegen die ander hetzij tegen derden, wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen, of te dulden.

Op dit delict staat een straf van ten hoogste negen maanden of een geldboete van maximaal f 10.000,-. Ook bij dit delict is geen voorlopige hechtenis mogelijk.

Art. 285 Sr.; Bedreiging.
Bedreiging met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht, bedreiging met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting.

De bedreiging moet van dien aard zijn en onder zulke omstandigheden zijn gedaan, dat hierdoor in het algemeen een redelijke vrees kan ontstaan dat hetgeen waarmee gedreigd wordt ook werkelijk zou kunnen gebeuren*2.

De bewijsbaarheid hiervan stuit echter op problemen. Artikel 285 zou in principe in sommige gevallen kunnen helpen. Echter niet als de Stalker zich beperkt tot het posten voor het huis of het opbellen zonder directe bedreiging*3. Mocht er van daadwerkelijke ernstige fysieke dreiging wel sprake zijn dan is vervolging op grond van art. 285 mogelijk. Dan moet echter wel bewezen worden dat er sprake is geweest van opzet bij de bedreiging*4. Dit in tegenstelling met de amerikaanse Criminal Codegang. Daarin was het bedreigd voelen van het slachtoffer de maat voor strafbaarheid. Dit heeft sterke gevolgen voor de bewijsbaarheid. In een arrest van de Hoge Raad valt een op een antwoordapparaat ingesproken bedreiging eveneens onder de delictsomschrijving*5.

Toch blijkt in de praktijk dat het moeilijk te bewijzen is dat de stem op het bandje afkomstig is van de dader, en dat de bedreiging daadwerkelijk in een bepaalde tijdsperiode viel.
Op dit delict staat een straf van ten hoogste twee jaren of een geldboete van maximaal f 25.000,-. Voorlopige hechtenis is op grond van dit artikel w,l mogelijk.

Art. 350 lid 1 Sr.; Beschadiging goederen.
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, te vernielen, beschadigen, onbruikbaar te maken of wegmaken.

Op dit delict staat een straf van ten hoogste twee jaren of een geldboete van maximaal f 25.000,-. Voorlopige hechtenis is niet mogelijk.

Art. 426 bis Sr.; Hinderlijk volgen op de openbare weg.
Wederrechtelijk op de openbare weg een ander in zijn vrijheid van beweging te belemmeren of met een of meer anderen zich aan een ander tegen diens uitdrukkelijk verklaarde wil op te blijven dringen of hem op hinderlijke wijze te blijven volgen.

Op dit delict staat een straf van ten hoogste een maand of een geldboete van maximaal f 5000,-. Voorlopige hechtenis is niet mogelijk.
Aangezien de Stalker in het algemeen niet samenwerkt met anderen zal dit artikel niet snel van toepassing zijn in een Stalking-situatie.

In het algemeen kan gesteld worden dat de bewijsbaarheid van de verschillende strafbare feiten op problemen stuit, en dat in Stalking zaken van deze artikelen nauwelijks gebruik wordt gemaakt.

2.2.2 Civielrechtelijk.

Wanneer strafrechtelijk niet kan worden ingegrepen, kan een slachtoffer proberen via civielrechtelijke weg iets tegen de dader te ondernemen.
Een slachtoffer kan een kortgedingprocedure starten om een straat- of contactverbod te verkrijgen, of kan proberen de Stalker gedwongen te laten opnemen in een psychiatrisch ziekenhuis.

Het kort Geding: Straatverbod, Contactverbod.

Op grond van art. 289 Rv kan een slachtoffer een straat/contactverbod verkrijgen. Dit artikel vereist dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening bij voorraad vereist is. De grondslag van de vordering tot het opleggen van een straat/contactverbod is een onrechtmatige daad. Overigens is het al voldoende als de Stalker heeft gedreigd onrechtmatig te handelen. Immers het doel van een straatverbod is juist onrechtmatig handelen in de toekomst te voorkomen. Volgens het artikel kan als een onrechtmatige daad worden aangemerkt:

Een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer is betaamt.

Als een rechter uiteindelijk een verbod oplegt, is het nog de vraag of de Stalker zich aan het verbod zal houden. Dit blijkt vaak niet het geval te zijn. In de V.S. worden deze verboden dan ook Orders of Illusion genoemd. Vaak hebben straat- en contactverboden zelfs een provocerende werking op de Stalker.
Wanneer een Stalker het verbod overtreedt staan drie dwangmiddelen ter beschikking om de naleving van het verbod af te dwingen:

  • Het slachtoffer kan de politie inschakelen. De politie zal dan de Stalker buiten het gebied brengen waarvoor het straatverbod geldt.
  • Ook kan de rechter de Stalker veroordelen tot het betalen van een dwangsom telkens als deze het verbod overtreedt. De overtreding moet bewijsbaar zijn.
  • Het laatste dwangmiddel is lijfsdwang. Bij overtreding van het verbod wordt de dader ingesloten (gegijzeld) in een Huis van Bewaring. De kosten hiervan, zo'n f 25,-, moeten echter betaald worden door het slachtoffer(!).

De gedwongen opname.

Een andere civielrechtelijke weg is de gedwongen opname van de Stalker in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit is geregeld in art. 2 e.v. van de Wet bijzondere Opneming Psychiatrische Ziekenhuizen, de wet BOPZ. Volgens dit artikel kan de rechtbank een voorlopige machtiging verlenen om iemand die gestoord is in zijn geestvermogens, in een psychiatrisch ziekenhuis te laten opnemen. De rechter kan de machtiging echter alleen verlenen als de Stalker ook inderdaad een gevaar vormt voor het slachtoffer, en dit aangetoond kan worden. Het vereiste gevaar is onder te verdelen in drie categorieën; Fysiek gevaar, psychisch gevaar, en verwaarlozing van een ander*6. Een psychiater beoordeelt of de dader voldoet aan deze criteria en overlegd aan de rechter een geneeskundige verklaring. In de praktijk wordt echter nauwelijks gebruik worden gemaakt van deze mogelijkheid. De beoordeling van de psychiater wordt gedaan vanuit een momentopname, en het is dus bijzonder moeilijk om vast te stellen of de dader voldoet aan het gevaarscriterium. Dit moet duidelijk aantoonbaar zijn. Of psychiaters hierin deskundig genoeg zijn is volgens de APA*2 maar de vraag. In een officiële verklaring van de APA wordt gesteld dat psychiaters geen speciale kennis of vaardigheden hebben waarmee zij toekomstig gewelddadig gedrag kunnen voorspellen, er lijken teveel factoren mee te spelen om dit goed te kunnen beoordelen. In de zaak Astrid Tillema waarin het wel lukte de dader gedwongen te laten opnemen, bleek dit niet voldoende effectief te zijn. De dader ging vanuit het psychiatrisch ziekenhuis gewoon door met zijn Stalking-gedrag.

2.2.3 Het Wetsvoorstel van Dittrich.

In Nederland pleit het tweede Kamerlid mr. Boris Dittrich voor een afzonderlijke strafbaarstelling van Stalking. In oktober 1996 heeft hij minister Sorgdrager gevraagd om Stalking op te nemen in het Wetboek van Strafrecht. Minister Sorgdrager zag echter weinig heil in een aparte strafbaarstelling. Volgens de minister was de aangiftebereidheid niet groot genoeg, en bij excessieve vormen van Stalking kon voorlopige hechtenis toegepast worden, en tevens was volgens haar de bewijsbaarheid een probleem.
De argumentatie van minister Sorgdrager heeft Dittrich niet kunnen overtuigen om van een voorstel tot strafbaarstelling af te zien. Het initiatiefwetsvoorstel tot strafbaarstelling van Stalking is op 1 december 1997 ingediend. Het is de bedoeling om Stalking als delict in te voegen na art. 301 Sr., mishandeling met voorbedachte rade. In het wetsvoorstel wordt Stalking omschreven als een vorm van geestelijke mishandeling. De engelse term Stalking wordt vervangen door het nederlandse woord Belagen.
Het nieuwe artikel 301a Sr.artikel 301a Sr. luidt als volgt:

1. Hij, die wederrechtelijk stelselmatig inbreuk maakt op een anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.
2. Vervolging vindt niet plaats dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is begaan.

Daarnaast wordt er nog een wetswijziging van art. 67 Sv voorgesteld, waarbij aan het eerste lid onder sub B, na de artikelaanduiding 285, eerste lid, wordt ingevoegd: 301a.
Hierdoor kan het dwangmiddel voorlopige hechtenis worden toegepast op iemand die verdacht wordt van belaging.

Te voorzien valt dat het wetsvoorstel van Dittrich, indien deze wordt aangenomen, binnen een jaar in werking zal treden.


bovenstaande tekst is een hoofdstuk uit een werkstuk over Stalking. Het werkstuk is een tentamen 'maatschappelijke ontwikkelingen', april 1998, HBO-MWD opleiding.
Probleemstelling in dit werkstuk is:
Welke sociale, maatschappelijke factoren zijn aan te wijzen als de oorzaak van het fenomeen Stalking, en van de toename van het aantal Stalking cases?

Het volledige werkstuk is tegen kostprijs bij mij aan te vragen.

NOTEN.

*1 National Criminal Justice Association. http://www.ncjrs.org/victhome.htm
Metropolitan Police Department. http://www.telelink.net/~police
Los Angeles Police Department. http://lapd1.org
Phoenix Police Department. http://www.getnet.com/silent/phx_police.html
'Survivors of Stalking'. SOS. http://www.soshelp.org/victhome.htm
*2 Cleiren, C.P.M., Nijboer, J.F., Strafrecht, tekst en commentaar, pag. 856, 1997.
*3 Kolk, A.M. van de, Stalking, de terreur van voortdurende achtervolging, Nieuwsblad van het Noorden, 31/7/96.
*4 Cleiren, C.P.M./Nijboer, J.F., Strafrecht, tekst en commentaar, pag. 856., 1997.
*5 HR, 21 maart 1995, DD 95.261.
*6 Dijkers, W., Handboek Opneming en verblijf, suppl.4. art. Wet BOPZ, aantekening 3.5, 1997.
*7 American Psychiatrists Association, Statement on Prediction of Dangerousness, http://www.psych.org/public_info/viol~htm


April, 1998. Corna Dirks.